
Nasroedin was een oude man geworden, die terugkeek op zijn leven. Hij zat met zijn vrienden in het theehuis en deed zijn verhaal.
`Toen ik jong was,’ vertelde hij, `was ik onstuimig. Ik wilde iedereen wakker schudden. En ik bad tot Allah om mij de kracht te schenken om alle mensen in de wereld te veranderen.
Op de helft van mijn leven werd ik op een dag wakker en realiseerde me dat ik nog niemand had veranderd. Daarom bad ik tot Allah om mij de kracht te schenken om de mensen in mijn directe omgeving te veranderen.
Ach, en nu ben ik oud, en bid ik tot Allah om mij de kracht te schenken om tenminste mijzelf te veranderen.’