De kunst van het écht zijn

Op een dag lagen ze zij aan zij, het speelgoedkonijn en het hobbelpaard. En ik lag er vlakbij… ‘Wat is echt?’ vroeg het konijn. ‘Betekent het dat er iets begint te gonzen vanbinnen en een knop die uitsteekt?’ ‘Nee,’ zei het hobbelpaard, ‘echt is niet hoe je gemaakt bent, het is iets wat met je gebeurt… Wanneer een kind lang, heel lang van je houdt, niet zomaar om te spelen, maar echt van je houdt, dan wordt je echt..’ ‘Doet het pijn?’ vroeg het konijn. ‘Soms wel,’ zei het hobbelpaard –want hij zei altijd de waarheid- ‘maar als je echt bent, kan het je niet schelen.’ ‘Gebeurt het plots, ineens, net als opgewonden worden, of een beetje bij beetje…?’ ‘ ’t gebeurt niet plots, ineens. Je wordt het. Er is een lange tijd voor nodig. Daarom gebeurt het niet zo vaak met mensen die vlug breken of scherpe kantjes hebben of die je zorgvuldig moet bewaren. Over het algemeen, tegen de tijd dat je echt bent, is je haar er praktisch afgeaaid, vallen je ogen uit en raken je pootjes los en ben je heel er haveloos. Maar deze dingen doen er helemaal niet toe als je eenmaal echt bent. Je kunt niet lelijk zijn, behalve voor mensen die het niet begrijpen…’